Nomade in Frankrijk en elders, dandy van de snelwegen, Antonin draagt zijn poëtisch slanke figuur op de stranden van Cap-Ferret waar hij vandaan komt, zijn lange Kozakkenhaar en zijn scherp zachte nachtbrakerprofiel. Hij is van geboorte ‘zeedronken’, groeide op in een houten hut op het zand tussen de dennenbomen en heeft geen andere meesters dan het weer, de oceaan en de zes snaren van zijn akoestische gitaar. Zijn muziek lijkt op hem: vol zonneschijn, vrij als lucht, noodzakelijk als water. Poprefreinen met bedwelmende charme, ballades om mee te zingen en op blote voeten te dansen, eiland-saudades.